sluit
sluit
13 september 2021

Comparatieve voordelen van steden

Bij toeval trof ik een interessant Discussion Paper aan op de website van het CPB. Het leek een beetje weggemoffeld. Het leek ook niet de bedoeling dat niet-economen het zouden lezen. Laat staan het allemaal zouden snappen. Als simpele socioloog kostte het me in ieder geval veel moeite om alle formules te doorgronden. 

Toch ging het over een heel mooi en belangrijk onderwerp: de comparatieve voordelen van steden. Waarom doet de ene stad het beter dan de ander? Je zou zeggen dat het CPB daar een heel mooie rapport over zou willen schrijven dat alle gemeentebestuurders zouden kunnen begrijpen. 

Natuurlijk, de hoofdconclusie was niet glanzend nieuw. Natuurlijk, het onderzoek ging niet verder dan 2017, omdat recentere data blijkbaar nog niet beschikbaar waren. Natuurlijk het gaat om een bepaalde manier van redeneren waarbij de handel met elders in het land en in de wereld centraal staat. Maar toch. Er was wel een heel sterk verband tussen het succes van de steden en het opleidingsniveau van de bevolking. Juist de combinatie van opleidingsniveau van de beroepsbevolking met sectoren die hoge vaardigheden vragen, geven steden een voorsprong op andere steden. 

En dan tikt het wel aan. In Utrecht was in 2017 52,1% van de beroepsbevolking hoogopgeleid. In Amsterdam 42,0%, in Eindhoven 43,6%, in Den Haag 39,2%, in Enschede 33,3%, in Rotterdam 30,1% en in Heerlen 24,1%. Als het CPB dan aantoont dat je comparatieve voordeel voor 57% wordt bepaald door het opleidingsniveau van je beroepsbevolking, dan zijn de kansen tussen steden wel erg ongelijk verdeeld. 

En passant blijkt nog iets anders. De voordelen van steden ten opzichte van andere steden wordt niet bepaald door de bevolkingsdichtheid of door de afstand tot Schiphol of de Rotterdamse haven. Je hoeft dus als stad niet enorm groot te zijn om te excelleren. Je excelleert als je bevolking hoog is opgeleid. Dat de afstand tot Schiphol en de Rotterdamse haven niet belangrijk is wordt door het CPB verklaard door de hoge mobiliteit in Nederland. In feite is het argument: ach, je bent in Nederland overal dichtbij Schiphol en bij de Rotterdamse haven. Interessant dat een andere mogelijke verklaring niet wordt genoemd, namelijk dat de twee mainports gewoon niet zo belangrijk zijn voor de Nederlandse economie (zoals de Raad voor Leefomgeving en infrastructuur al een paar jaar geleden heeft aangetoond). 

Reageer

Uw reactie