Vroeger heb ik vaak getwijfeld. Uiteindelijk toch gekozen voor een nette wetenschappelijke baan. Ik schatte in dat ik fagot-leraar zou worden in Winterswijk. Daar is niets op tegen. Maar ik ben gewoon een betere wetenschapper.
Maar nu begin ik toch te twijfelen, of ik wel de goede keuze heb gemaakt. Ik kan inmiddels een beetje vergelijken, omdat ik ben toegelaten tot het Conservatorium van Amsterdam. Loop elke dag met mijn fagot op mijn rug. En het is genieten. Neem de afgelopen 10 dagen.
Op 1 februari een fantastische masterclass van Gustavo Nunez. Gustavo geeft net zo helder les als hij fagot speelt. En zo exact als hij zelf speelt, zo exact probeert hij jou te laten spelen. Heel leerzaam.
Op 4 en 5 februari krijgt ons ensemble 3 voor 2 les van verschillende coaches. Marja Bon dwingt me om mijn solo in het Sextuor van Poulenc dwingender te spelen. Julien Hervé laat ons (nog) beter naar elkaar luisteren. Nog nooit in mijn leven in een ensemble gespeeld dat zo met elkaar bezig is. Op het afsluitende concert gaat het allemaal net ietsje minder.
Op 7 februari heb ik mijn wekelijkse les van Ronald Karten. Een razend muzikale leraar die zelfs ‘Weissenborn’ weet te lezen als het tweede deel van het fagotconcert van Mozart of als zijn favoriete Sonate van Saint Saens. Alles wordt onder zijn handen muziek.
Op dezelfde avond weer voorspeelavond op het conservatorium. Met Jaap Kooi, die altijd tegelijk met je eindigt en met bètablokker. Want eenvoudig is het niet. Het instuderen met de geweldige begeleider die Jaap Kooi is, is al weken een genot. Telemann in e mineur. De Schumann Romances voor de volgende keer.
Na twee dagen komt het betrokken commentaar van Ronald, Jos en Simon. Ze zien vooruitgang. Er is nog hoop.
Op woensdag 8 februari ga ik bij Mette Laugs langs in Arnhem. Voor een lesje adem zonder onderkaak. Op 11 februari volg ik een masterclass van haar in Groningen. Het is fascinerend hoeveel lichaamsdelen ze weet te benoemen die de klank kunnen verhogen en de toonhoogte kunnen veranderen. Ik merk dat ik opnieuw moet beginnen.
Op 11 februari ook een masterclass bij Bram van Sambeek. Hoe een integere muzikant heel goed en heel motiverend les kan geven. We zijn allebei bij Fred Gaasterland begonnen. Bram mocht Fred zeggen, ik zei meneer. En Bram is een grote meneer geworden op de fagot. Ik een contract-student.
En dat is wel het mooiste van deze lange feestweek. Al die muzikanten zijn vooral met de muziek bezig. Niet met hun status. Ze verdienen er bijna niets mee om ons op onze beurt te laten genieten van muziek. Om al hun liefde voor het vak door te geven. Bijzonder, het lijkt alsof wetenschappers veel meer met zichzelf bezig zijn.