sluit
sluit
11 juni 2020

De triomf van de stad verbleekt

De Triomf van de stad leek oneindig. Steden als brandpunt van de economie, van de innovatie en dus ook van de economische groei. Steden als knooppunt van internationale netwerken en als de place to be. Steden als gastheer van al de kenniswerkers die de nieuwe kenniseconomie vorm geven. Het leek alsof het voor altijd was. 

Ik geef al jaren les in stedelijke ontwikkeling. Vaak ook aan stedelijke strategen. En elke keer zijn zijn zij verrast als ik vertel dat Amsterdam in de jaren 80 er nog heel slecht voor stond en dat in de jaren 60 iedereen nog naar Rotterdam keek, voor innovatie, voor welvaart en groei. Hoe snel het kon veranderen. Het was toch zo logisch dat in Amsterdam de bomen tot in de hemel groeiden? Dat klopt, maar vijftig jaar geleden was alles anders, en over vijftig jaar zal weer alles anders zijn. 

Twee simpele redenen. Ten eerste: elk voordeel wordt zijn eigen nadeel. Agglomeratievoordelen kunnen in agglomeratienadelen verkeren. We zagen het de afgelopen jaren al in Amsterdam. Te veel toeristen, te veel drukte, te veel Airbnb, zelfs te veel kenniswerkers. Moesten we nog wel blij zijn met het EMA? Weer 900 hoogopgeleide mensen erbij die de huizenprijzen zouden opjagen. 

Maar er is een tweede reden die nog veel belangrijker is: de structuur van de economie  evolueert altijd. Dat gebeurt geleidelijk en soms met kleine schokjes. En corona zou wereldwijd best eens zo’n schokje teweeg kunnen brengen. In dat opzicht zijn de laatste demografische cijfers van Amsterdam bijna schokkend. 

In het begin van 2020 was alles nog normaal: de steden groeiden, de Randstad groeide en Oost-Groningen, de Achterhoek, Limburg en Zeeuws-Vlaanderen krompen. Nadat de coronacrisis eenmaal goed opgang was zag je een heel ander beeld. In de weken 13-16 (van 2020) groeide Drenthe, groeide de Achterhoek en groeide Zeeland. En krimp was er nog steeds in Oost-Groningen, in Limburg, maar ook in Zuid-Oost Brabant en zelfs in de regio Amsterdam. 

Volgens het CBS deed de grootste verandering zich voor in Groot-Amsterdam. In de weken voor de coronacrisis groeide de bevolking daar met 34 per 100.000 inwoners per week. Nadat de crisis was ingetreden was er een krimp van 23 per100.000 inwoners. Die krimp werd geheel veroorzaakt door een vertrekoverschot. Want terwijl er bijna in heel Nederland sprake was van een sterfteoverschot, had de regio Amsterdam in de genoemde weken nog steeds een geboorteoverschot. Amsterdam had ook een binnenlands vertrekoverschot. Maar dat was niet nieuw.

Wat echt nieuw was voor Amsterdam was het buitenlandse vertrekoverschot. De buitenlandse migratie ging van + 41 per 100.000 inwoners voor de crisis naar -8 per 100.000 inwoners per week tijdens de crisis. Dat kwam niet zozeer door het vertrek van Amsterdamse inwoners naar het buitenland, maar vooral door het feit dat de instroom van arbeidsmigranten (kenniswerkers) uit India, USA en Europese landen nagenoeg stil viel. En juist die toestroom uit het buitenland was zo bepalend voor de groei van Amsterdam in de laatste jaren. Zo ging een stad die recentelijk nog 1000 inwoners per maand groeide, in korte tijd over op krimp. Dat hadden vooral mijn Amsterdamse cursisten nooit kunnen denken. 

Ik weet het: het is een momentopname. Maar het zou heel goed kunnen dat het beeld van de triomferende stad in de komende jaren verbleekt. Als we er even van uit gaan dat een vaccin tegen COVID-19 niet morgen wordt gevonden. Overigens ook als dat vaccin morgen wel wordt gevonden, zullen de gevolgen voor de steden groot zijn. Met name omdat een aantal ontwikkelingen elkaar gaat versterken.

  • De economische krimp zal groter zijn dan wij allen in ons leven hebben meegemaakt. De inkomens zullen dalen, de werkloosheid zal fors toenemen. Vooral dat laatste zal de tweedeling in alle steden accentueren. We zien in de laatste weken al dat het aantal WW-ers en het aantal bijstandstrekkers in Amsterdam de snelste stijging te zien geeft van heel Nederland. Het is te vrezen dat alle steden door die scherpere tweedeling rauwer zullen worden.
  • De horeca, de cultuur en de winkels hebben al enorme klappen opgelopen. Daarvan  zullen velen het loodje leggen. Dat zal ongetwijfeld leiden tot een enorme verschraling van de consumer city. Dat wordt nog eens versterkt door het feit dat minder mensen minder kunnen consumeren door een forse terugval in hun inkomens. 
  • Het toerisme is voorlopig ingestort. Dat is volgende maand niet anders. Zo lang de wereld niet corona-vrij is zullen de verre reizen worden gemeden. En als de wereld wel corona-vrij is, zal het nog jaren duren voordat het toerisme het oude niveau weer heeft bereikt. Mensen zullen wereldwijd minder te besteden hebben en dus ook minder kunnen uitgeven aan verre reizen. Bovendien zou het me niet verbazen als de overheden een andere houding gaan aannemen tegenover het toerisme en tegenover de luchtvaart. En de prijzen van de vliegtickets hoeven maar weinig hoger te worden om grote gevolgen te hebben voor het toerisme. Ook van de terugval van het toerisme zullen de horeca en het winkelbestand de gevolgen ondervinden. En wie zijn zolderkamer niet meer via Airbnb kan verhuren, ziet de waarde van zijn huis dalen. 
  • De kenniseconomie draait vooral op kenniswerkers die wereldwijd naar de steden trekken. Dat zijn vaak de aantrekkelijke steden. Met veel voorzieningen, met een hoogstaand winkelbestand, met veel culturele voorzieningen. Zeg maar, steden met een aantrekkelijk leefklimaat. Als corona leidt tot een verschraling van deze consumer cities, worden steden dus ook minder aantrekkelijk voor kenniswerkers. En als er minder kenniswerkers naar de steden komen, zal de stedelijke economie minder snel groeien. 
  • Kenniswerkers kwamen niet alleen uit het eigen land, maar ook in belangrijke mate uit het buitenland. Het is zeer de vraag is of ze na de crisis gewoon gewoon weer zullen komen. In ieder geval zal het even duren, misschien wel een paar jaar na de vondst van een vaccin. Maar het is ook denkbaar dat de coronacrisis de globalisering (aanzienlijk) afzwakt. In Nederland gaan veel stemmen op om voortaan minder afhankelijk te zijn van het buitenland (eigen mondkapjes, eigen medicijnen). Dat betekent dat de maakindustrie niet aan het buitenland (China) moet worden gelaten. Dat we weer meer zelf moeten maken, moeten produceren. Waarom zouden de kenniswerkers dan voortaan ook niet thuis blijven?
  • Relevant is dat ook al voor de crisis de globalisering op grote weerstand begon te stuiten. De verkiezing van Trump en de Brexit zijn daarvan de bekende voorbeelden. Maar wat in de USA en in het UK gebeurde stond niet op zichzelf. De globalisering wordt overal genuanceerder bezien. Globalisering mag bijdragen aan een grotere welvaart, maar het is ook duidelijk dat die welvaart niet aan iedereen ten goede komt. De schaduwzijden van de globalisering werden overal in de wereld meer herkend. Leidt Corona ertoe dat we globalisering definitief anders gaan bezien?
  • De rijke Westerse wereld trok niet alleen kenniswerkers aan, maar ook asielzoekers en arbeidsmigranten. Ook die migratie lijkt in de coronacrisis sterk af te nemen en zal tijd nodig hebben om weer op gang te komen. De snelheid daarvan zal ook afhangen van de vraag hoe zeer onze economie flonkert. 
  • Demografisch verandert er wellicht nogal wat. En als er minder kenniswerkers uit het buitenland naar de Nederlandse steden komen en als de huizenprijzen in de steden (fors?) gaan dalen, kan het voor Nederlandse gezinnen weer aantrekkelijker worden om in de stad te blijven wonen. En geen woning met een tuin te zoeken in de omgeving. Of staat de stad ook in het binnenland voortaan op achterstand?

Steden blijven steden. Steden blijven de plekken waar de innovatie plaatsvindt. Steden blijven de knopen in een internationaal netwerk. Het is niet gedurfd om dit allemaal te voorspellen. Maar er gaat wel iets veranderen. En zoals de Triomf van de stad onder invloed van de kenniswerkers vooral in Amsterdam zichtbaar was, zo zal ook de teruggang Na Corona vooral in Amsterdam zichtbaar zijn. Minder buitenlandse immigratie, minder toerisme, minder voorzieningen. 

Wordt Amsterdam daarmee weer meer vergelijkbaar met de andere steden? Of zakken de andere steden even hard weg. Dat laatste is niet te verwachten, maar dat alle steden klappen krijgen na het bizarre voorjaar van 2020 is duidelijk. En er is wel een groot verschil met Amsterdam. In die laatste stad kookte het in de laatste jaren soms werkelijk over. De drukte was soms niet meer te harden. De huizenprijzen rezen de pan uit. Voor starters was er nog maar nauwelijks plek. Het is niet erg om die stad voor een paar jaar weer terug te geven aan de eigen inwoners. 

Voor de andere Nederlandse steden ligt dat anders. Oké, Utrecht en Eindhoven draaiden ook heel goed. Maar van oververhitting was nog geen sprake, met name omdat de toeristen daar grotendeels ontbraken. Rotterdam begon net een beetje aan te haken, Den Haag dreigde echt achterop te raken. Als de steden minder internationaal worden en als de werkloosheid fors oploopt zullen vooral Den Haag en Rotterdam het zwaar krijgen. Dus wat voor Amsterdam ook nog een klein beetje positief is, is dat zeker niet voor Rotterdam en Den Haag. 

Waar de voorzieningen in de steden verschralen, wordt het platteland aantrekkelijker. De rust en de ruimte zijn daar door Corona niet verdwenen, zelfs intenser beleefd. Ja, groot-ziener Rem Koolhaas heeft het een aantal maanden geleden al voorspeld: de toekomst is aan het platteland. Ik zie minder groot en trek die conclusie nog niet. Maar dat Corona gevolgen heeft voor de economische en daarmee ook voor de geografische structuur van het land, zou me zeker niet verbazen. 

En dan volgt de onvermijdelijke disclaimer: naarmate corona langer onder ons zal zijn (omdat het moeilijk lukt om een vaccin te ontwikkelen), zal de economische depressie dieper zijn, zullen de grenzen langer als barrières worden gezien, zullen de internationale kenniswerkers én de toeristen anger weg blijven en zullen de gevolgen van voor de steden groter zijn. Maar dat de triomf van de stad verbleekt is eigenlijk nu al onvermijdelijk. 

Reageer

Uw reactie