In de jaren 90 waren ze een hype, de zeven delen van Het Bureau van J.J. Voskuil. De echte liefhebbers kenden Voskuil al van Bij nader inzien, een roman over zijn studententijd. Bij nader inzien bleken al die studentenvriendschappen heel weinig tot niets voor te stellen. Die treurigheid vormde al evenzeer het thema van Het Bureau: al die collega’s waar je zovele jaren mee had samengewerkt, waren je na je pensioen meteen weer vergeten. De gedachte dat vriendschappen blijvend zouden zijn en dat collega’s voor altijd collega’s zouden blijven, bleek ijdel.
Voskuil schreef nog meer boeken, maar het hoge niveau van Het Bureau zou hij nooit meer halen. De kracht van het boek zat in de zeer sobere stijl, ondanks alle herkenbare details en de eentonigheid van de herhalingen. Eigenlijk was op Het Bureau elke dag hetzelfde, dertig jaar lang. Het leek bovenal een dagboek van een brave monnik die in zijn beschrijvingen van het alledaagse leven de sfeer van zo’n instituut heel goed wist te treffen.
Er werd dan ook uitgekeken naar de echte dagboeken van Voskuil. Hij had er ooit 160 schriften mee gevuld. Voskuil, hij is zelf al lang dood, had verordonneerd dat de dagboeken pas in 2026 mochten worden gepubliceerd om niemand te schaden. Zijn vrouw heeft zo lang niet willen wachten, omdat alle betrokken toch al dood zijn.
In september verscheen het eerste deel. Daar zou je het hebben: Bij nader inzien en Het Bureau in de overtreffende trap! Niets is minder waar. Het is een stomvervelend dagboek. De man is niet interessant. En nog erger: hij is daarvan geenszins bewust. Zijn stijl is nog veel te barok en de karigheid van Het Bureau is nog ver te zoeken. Soms lees je een soort voorstudie van Het Bureau, maar Het Bureau werd vooral boeiend door de eentonige herhalingen en het besef dat mensen ouder mogen worden, maar dat de sociale patronen nooit echt veranderen. Een korte schets mist die herhaling om interessant te worden De gedachte dat de echte dagboeken van Voskuil dus nog interessanter zouden kunnen zijn, wordt dan ook geenszins bewaarheid. Terwijl ik indertijd elk half jaar snakte naar het volgende deel van Het Bureau, heb ik dit dagboek gewoon niet uitgelezen. Ik kwam er niet doorheen.
Het enige waar dit dagboek een beter licht op had kunnen werpen, is die affaire met Rosalie (Suus Oversteegen) waarover Voskuil schreef in Binnen de huid. Die affaire wordt hier niet beschreven. Die lange fietstocht naar Deventer waar Maarten Koning (het alter ego van Voskuil) in bed belandt bij Rosalie, komt niet in het dagboek voor. Voskuil grijpt slechts een enkele keer in een dronken bui onder haar rokken. Maar betekent dit nu dat ook Binnen de huid geheel fictie is, of missen we nu juist de delen die Lousje Voskuil al jaren geleden uit dit dagboek heeft verwijderd. Onder het motto: het dagboek gaat over ons beiden, dus het dagboek is ook van mij.
[Abonneer je op mijn blogs, als je op de hoogte wilt worden gehouden: zie mijn homepage.]