Het nieuwe boek van Sander Schimmelpenninck, ‘De domheid regeert’, is een sympathiek boek. Maar het is de vraag of het helpt. Omdat het aan het recht om dom te zijn voorbijgaat. Dat is kort door de bocht mijn stelling, die nog enige toelichting nodig heeft.
Schimmelpenninck ergert zich in zijn nieuwste boek niet zozeer aan domheid in de politiek, maar vooral aan domheid ‘als strategie’. De strategie om ‘bewezen onwaarheden’ te blijven verkondigen. Volgens hem moet die domheid worden ontmaskerd om de democratie te redden. Dat klinkt op het eerste gezicht erg overtuigend.
Maar daar valt op het tweede gezicht wel iets op af te dingen. Ten eerste: onwaarheden verkondigen is niet alleen iets voor ‘dom-rechts’. In de politiek worden sinds mensenheugenis onwaarheden verkondigd als dat de eigen partij beter uitkomt. Ten tweede: wat is een onwaarheid, wat is waar? Dat is lang niet altijd duidelijk. En ten slotte: wie moet in het debat bepalen wat onwaar is? Nee, die rol is bij Schimmelpenninck niet voor dom-rechts weggelegd. Hoe zouden de ‘deplorables’ van Hillary Clinton, of de ‘trash’ van Jo Biden kunnen uitmaken wat waar is? Schimmelpenninck lijkt te suggereren dat we het beter aan de hoogopgeleiden kunnen overlaten om de onwaarheden in de politiek te ontmaskeren.
Daarmee vervalt Schimmelpenninck weer in het oude frame van de polarisatie tussen de (vaak) progressieve hoogopgeleiden tegenover de laagopgeleiden die hun steun geven aan de populisten. De linkse elite tegenover het domme klootjesvolk. In die tweedeling claimen de hoogopgeleiden de waarheid. En het is waar, de wereld van de wetenschap, de universiteiten is hun wereld. Dus dan moet je toch wel gelijk hebben, zou je zo zeggen.
Natuurlijk behoor ik ook tot die linkse hoogopgeleide elite. En natuurlijk erger ik mij dagelijks aan het oprukkende populistisch gewauwel dat vaak bezijden de waarheid is. Maar als we ‘de democratie willen redden’, is het funest als je de ander als minderwaardig en als dom beschouwt. Als je geen respect hebt voor de standpunten van de ander. Ik vrees dat veel progressieve hoogopgeleiden op de domme populistische horden neerkijken. En dat kan uiteindelijk nooit de basis zijn van een gezonde democratie.
Dat neerkijken op de domme populisten staat niet op zichzelf. In de neoliberale tijdgeest van de laatste decennia is het geloof versterkt dat iedereen wordt beloond naar verdienste. Dus: als je iets bereikt, heb je dat geheel aan jezelf te danken. En omgekeerd: als je niets hebt bereikt, heb je dat ook geheel aan jezelf te danken. In dat verband wordt wel gezegd dat we tegenwoordig in een meritocratie leven. Het tegendeel is het geval. De kansenongelijkheid in het onderwijs wordt het laatste decennium alleen maar groter. Het slechte onderwijs gaat vooral ten koste van kinderen die toch al weinig kansen hebben. We leven slechts in een tijd waarin de meritocratie met de mond wordt beleden. En dan moeten laagopgeleiden nog moeten horen dat iedereen wordt beloond naar verdienste. Dat doet iets met je als je dom bent. Of voor dom wordt aangezien.
Natuurlijk is het opleidingsniveau in de samenleving de laatste halve eeuw enorm toegenomen. Maar ook de segregatie tussen hoog- en laagopgeleiden. Hoogopgeleiden trouwen steeds vaker met hoogopgeleiden. Hoogopgeleiden wonen steeds vaker bij elkaar in de buurt. Ja, bij hun witte scholen. Tegen die achtergrond hoeft het niet verbazen dat hoogopgeleiden steeds meer neerkijken op dom populistisch rechts. En hoeft het triomfantalisme van dom populistisch rechts ook niet te verbazen als ze een keer de verkiezingen winnen. Voor de hoogopgeleiden is het niet te verteren dat domme mensen de macht grijpen, terwijl de aanhangers van de populisten zich eindelijk eens gehoord voelen. Althans dat denken ze, want populisten zijn vooral goed in de suggestie dat ze naar hun achterban luisteren.
Door die populistische achterban, de laagopgeleiden, als dom weg te zetten, ga je niet alleen in tegen een democratische grondregel, die zegt dat iedere stem telt en dat iedereen recht heeft op zijn eigen mening, maar je vergooit ook alle kansen om contact met dat deel van de samenleving te behouden. En dat is precies wat we de laatste decennia in de politiek hebben gezien en waarvan de nederlaag van Harris bij uitstek het symbool was. Dichterbij huis zien we hetzelfde. GroenLinks-PvdA won bij de laatste verkiezing alleen de stem van de ‘cultureel progressieven’, terwijl ‘economisch-links’ was vertrokken richting PVV en NSC. Terwijl bestaanszekerheid vroeger de basis was van de PvdA! Den Uyl en Kok wonnen geen verkiezingen door hij/zijn achter hun naam te zetten. Ze waren bezig met mensen die het einde van de maand niet konden halen. Helaas zijn die laatste mensen er nog steeds, maar stemmen ze niet meer links. Omdat links te weinig voor ze doet.
Wat moet de richting zijn?
Respecteer elk politiek standpunt, tenzij het de grenzen van de democratische rechtsstaat overschrijdt. Respecteer elke mede-burger en kijk niet op hem of haar of die neer. En stop vooral mensen dom te noemen. Want er bestaan wel mensen met een hogere en mensen met een lagere intelligentie, maar er bestaan geen domme politieke standpunten. Wat zouden we ons überhaupt moeten voorstellen bij domme politieke standpunten? Is het een dom standpunt als je wel het einde van de maand wil halen? Is het een dom standpunt als je een woning wil? Is het een dom standpunt als je wel wil leren lezen en schrijven?
Oh, nee? Ik hoor de progressieve elite al protesteren. Het is toch bewezen dat het klimaat verandert en dat de mens daarvoor verantwoordelijk is? Dat klopt, maar daarbij blijft het altijd nog een politieke keuze of we daaraan iets willen doen. Het is toch bewezen dat te veel stikstof de natuur verstikt? Dat klopt, maar daarmee is niet bewezen dat je daaraan iets moet doen. Dat blijft altijd een keuze. Niet technocratie, waarbij kennis bepaalt wat er moet gebeuren, hoort centraal te staan in de democratie, maar het debat over de politieke vraag waarheen we willen.
Dus om ‘dom-rechts’ te verslaan, zal je moeten beginnen niet op hen neer te kijken, hen niet als ‘dom’ af te serveren. En vervolgens moet je ze op grond van politieke en niet technocratische argumenten van de juistheid van je eigen standpunt proberen te overtuigen.
[Abonneer je via de homepage, als je op de hoogte wilt worden gehouden van mijn blogs.]
Heb veel van je vader geleerd (ook via hem naar Jeugd Cultuur Festival Velp/Arnhem) Mooi je column in de geest van je
Je advies om de populisten "op grond van politieke en niet technocratische argumenten van de juistheid van je eigen standpunt proberen te overtuigen" vind ik weinig behulpzaam. Dommeriken -- borrelpraters, roeptoeters, lieden die 'hun bek een douw geven' -- laten zich immers zelden op andere gedachten brengen. Ik ga gewoonlijk voor (socratisch) dóórvragen en verzoek ook altijd om kretologie 'in je eigen woorden' uit te leggen. Succes verzekerd: ze lopen snel vast en hebben daarmee dus zelf én vrijwillig hun eigen domheid blootgelegd. QED. (Inwrijven niet nodig; afscheid volstaat).
Wim, even vooraf: al in de eerste zinnen van de Proloog van het boek van Schimmelpenninck staat: ‘Om meteen maar wat zorgen weg te nemen: dit boek draait niet om werkelijk ‘domme’ mensen. Wanneer ik het over ‘domheid’ heb, doel ik niet op een lage intelligentie, maar op een houding, een sociale conditionering, een cultuur.’
Wim, je vindt ‘De domheid regeert’ van Sander Schimmelpenninck een ‘sympathiek boek’ maar kraakt het vervolgens af. Er valt volgens jou wel iets op af te dingen en je komt met een ten eerste en ten tweede.
Ten eerste: onwaarheden verkondigen is niet alleen iets voor ‘dom-rechts’. ‘In de politiek worden sinds mensenheugenis onwaarheden verkondigd als dat de eigen partij beter uitkomt ‘. Dat klinkt op het eerste gezicht vrij overtuigend. Maar het gaat er niet om dát er onwaarheden worden verkondigd, maar in welke mate. Bij domheid als strategie gaat het niet om leugentjes om bestwil, of een ideologische verdraaiing hier of daar. Nee, dan gaat het om systematische leugens, leven in de leugen-stand, tegen alle beter weten in bewust onbewust liegen voor de eigen agenda. Donald Trump heeft één treurig record op zijn naam: aantal leugens per dag / per jaar (Factcheckers Washington Post). In zijn kielzog kunnen Geert Wilders en Caroline van der Plas er ook wat van.
Ten tweede: wat is een onwaarheid? Wat is waar? ‘Dat is lang niet altijd duidelijk’. Nou, dat is vaak best duidelijk. Denk maar aan de feiten rond de klimaatcrisis (IPCC), aan de cijfers over immigratie (IND, Arjen Lubach), aan de stand van zaken in de mestcrisis, of aan ‘de landbouw als dragende economische sector’ (Frank van Kalshoven in de VK).
En ten slotte: wie moet in het debat bepalen wat onwaar is? ‘Schimmelpenninck lijkt te suggereren dat we het beter aan de hoogopgeleiden kunnen overlaten om de onwaarheden in de politiek te ontmaskeren’. Dat suggereert Schimmelpenninck mijns inziens niet. Jij ziet het zo: ‘Daarmee vervalt Schimmelpenninck weer in het oude frame van de polarisatie tussen de (vaak) progressieve hoogopgeleiden tegenover de laagopgeleiden die hun steun geven aan de populisten. De linkse elite tegenover het domme klootjesvolk. In die tweedeling claimen de hoogopgeleiden de waarheid’. En: ‘..als we de democratie willen redden, is het funest als je de ander als minderwaardig en als dom beschouwt’. Hier loopt je argumentatie uit het spoor. Het gaat niet om respect voor de standpunten van de ander. Het gaat erom dat we met z’n allen, in de democratie, niet op het niveau denken en discussiëren van eigen belang en korte termijn, waar het moet gaan om algemeen belang en lange termijn. Dat heeft niet te maken met opleidingsniveau, maar met respect voor politiek als de toebedeling van waarden (Easton).
Vervolgens kom je met een argument rond het ‘in de neoliberale tijdgeest van de laatste decennia versterkte geloof in de meritocratie’. ‘De kansenongelijkheid in het onderwijs wordt het laatste decennium alleen maar groter’. Ja, mee eens. Maar ligt dat aan de meritocratie? Of aan de hoogopgeleiden? Nee, dat ligt aan neoliberaal beleid. En de huidige regering Schoof trapt hier het gaspedaal nog wat verder in met hun extreem rechtse afbraakbeleid. Laagopgeleiden krijgen niet van hoogopgeleiden te horen dat iedereen wordt beloond naar verdienste. Laagopgeleiden én hoogopgeleiden krijgen van dom-rechtse politici te horen dat er géén klimaatcrisis is, géén mestcrisis, géén biodiversiteitscrisis, noch een leescrisis of een sociale ongelijkheidscrisis, maar wél een ervaren asielcrisis en een door-immigratie-veroorzaakte-wooncrisis. Dat is de strategie van dom-rechts. Dom-rechtse politici die voor eigen gewin delen van het electoraat bespelen (waaronder zowel laagopgeleiden als hoogopgeleiden) en zo de democratie misbruiken.
Gooi het nou niet op de toegenomen segregatie tussen hoog- en laagopgeleiden of het neerkijken van hoogopgeleiden op dom populistisch rechts. Het is het programma, het doel, de strategie van populistische groepen (Maarten van Rossem typeert de PVV treffend als ‘een partij -excuus: beweging- waarvan de politieke beginselen zowel strijdig zijn met de liberale beginselen als met de Nederlandse parlementaire tradities’) om kiezers te binden met onderbuikretoriek, makkelijke onwaarheden en drogredenen. En inderdaad: ‘aanhangers van de populisten voelen zich eindelijk eens gehoord. Althans dat denken ze, want populisten zijn vooral goed in de suggestie dat ze naar hun achterban luisteren’. Daar ben ik het mee eens.
Nogmaals, het gaat er niet om laagopgeleiden als dom ‘weg te zetten’. Het gaat om het tegenspreken van dom-rechtse politiek en politici. Iedere stem telt en iedereen hééft recht op zijn of haar eigen mening, maar laten we dan vooral gezamenlijk waken voor ondermijning van die democratie door populisten.
‘Maar [de mensen] stemmen niet meer links. Omdat links te weinig voor ze doet’. Meen je dat echt, Wim? In dat geval huil je mee met de wolven in het bos. Als er politieke partijen zijn die iets ‘doen’ (opkomen voor nivellerende maatregelen, opkomen voor kwalitatief goed onderwijs, goede zorg, openbaar vervoer, toekomst voor kinderen) voor mensen die het einde van de maand niet halen, dan zijn dat toch echt linkse partijen. Níet rechts, oud-rechts, populistisch rechts of dom-rechts; echt niet.
Dus wat moet de richting zijn? Volgens jou moeten we elk politiek standpunt respecteren, want ‘er bestaan geen domme politieke standpunten’. Hier sla je de plank volledig mis.
Er bestaan wel degelijk domme politieke standpunten. Daarvoor kunnen we putten uit de programma’s van PVV, Rassemblement National, Fidesz, AfD, enz. Daarin staan voorstellen om de parlementaire democratie en de rechtstaat te ondermijnen, om op oneigenlijke gronden nationalisme te bevorderen, om sociale groepen buiten te sluiten of te demoniseren, en om beleid te voeren op basis van complottheorieën, leugens en eigen belang.
‘Is het een dom standpunt als je wel het einde van de maand wil halen?’ Nee, dat is geen dom standpunt. Opnieuw hier: plank mis, tendentieus, drogreden. Het is wel een dom standpunt als je de ene religieuze cultuur criminaliseert en de andere de hand boven het hoofd houdt, als je pleit voor terugtrekking uit de EU terwijl in de huidige geopolitieke verhoudingen Europese samenwerking nog nooit zo hard nodig was, als je klimaatverandering ontkent terwijl alle alarmbellen afgaan, als je met een conservatieve agenda de ontplooiing van verschillende genders en culturen in de weg staat, als je.. enzovoorts.
En je kunt natuurlijk zeggen dat het klopt dat is bewezen dat te veel stikstof de natuur verstikt maar dat daarmee niet is bewezen dat je daaraan iets moet doen, dat dit altijd een keuze blijft; dat het moet gaan om debat en niet om (‘technocratische’) kennis. Wat kort door de bocht, zeg. Dus zolang het maar lukt om op een democratische manier de sociale ongelijkheid te vergroten en het klimaat (en daarmee de toekomst voor volgende generaties) te ontwrichten, is het o.k.? Niet-omdat-het-moet-maar-omdat-het-kan-politiek. Armoedig, bijna fatalistisch.
Het gaat in de discussie over dom-rechts niet over afserveren, maar over grenzen stellen. Je kunt leuk (afsluitend) beweren dat ‘je ze (dom-rechts) op grond van politieke argumenten van de juistheid van je eigen standpunt moet proberen te overtuigen’, maar het probleem is nu juist dat ze niet te overtuigen zijn, en al helemaal niet van jouw ‘juistheid’. Dus beter: grenzen stellen. Grenzen aan wat oorbaar is in politiek debat en politieke campagnes, grenzen aan wat van politiek kan worden omgezet in beleid en bestuur, en grenzen aan wat we toelaten in het publieke debat.
Wat moet de richting zijn?
Democratie bevorderen en in stand houden langs de lijnen van algemeen belang en lange termijn boven eigen belang en korte termijn, juist omdat dit ten goede komt aan iedereen in de samenleving (ook de toekomstige generaties).
Niet de kaart trekken van segregatie tussen hoog- en laagopgeleiden. Verschil in intelligentie is bio-sociaal bepaald en verdeeld. Maar daar gaat het hier niet om. Het is politiek-cultureel bepaald op welke manier dit een probleem is. Dus maak geen verwijt van iets wat door verwijtbare politiek is veroorzaakt.
Niet wegzetten, maar benoemen. Als we niet noemen wat het is (racisme, fascisme), geven we ruimte tot normalisering van dergelijke ideeën, standpunten, stemgedrag en politiek. Als dat is wat we willen, moet ook duidelijker en hardop gezegd worden wat de gevolgen van die keuzen zijn, en moet toegegeven worden dat het om plat eigen belang in het hier en nu gaat. Eens zien of iedereen het daar mee eens is en blijft..
Nou Wim, je oproep om niet om andersdenkenden neer te kijken heeft geen succes, getuige de werkelijk adembenemende arrogantie en minachting die uit twee van de bovenstaande reacties spreekt. Dit is de reden waarom steeds meer mensen in steeds meer landen op rechtse partijen stemmen. De afkeer van deze arrogantie is helemaal in het voordeel van populistisch-rechts, maar dat zullen deze mensen nooit beseffen.
Nou Martin, je hebt er niet veel van begrepen. Dit is een polemiek, waarin met scherpe pen mag worden gereageerd op inhoud. Wat jij doet, ingaan op toon en vermeende emotie, voegt niets toe.