Het was op 17 november 2021 een hele lange rit in de auto voor de kleine Sam voordat hij aankwam in de Emmalaan in Oegstgeest. De lezer ziet het al voor zich: een jaren-dertig-huis in het Oranjepark in een kakdorp. Ook voor deze kak moet je soms een sterke maag hebben.
Sam kwam uit het buitengebied van Grootegast, in het dorp zelf was hij nog nooit geweest. Hij sliep in een stal bij zijn vijf broertjes en zijn vijf zusjes. Zijn moeder was er altijd. Hij sliep op stro en hij scharrelde overdag in de stal of op het erf.
Op de Emmalaan hadden ze geen stro, maar parket. Glad parket. Die banken waren heerlijk maar hij moest zich er wel op laten tillen. Later trok ik hem vaak aan zijn ballen omhoog. Sorry voor het detail.
Op die eerste dagen moest alles worden verkend. Het was eigenlijk gewoon te veel. Zoveel geuren, zoveel luchtjes, zoveel onbekende plekken. Dan is een mand best een fijne en veilige plek. Hij had een mand op zijn eigen formaat en zocht daar zijn rust. ‘s Nachts namen we hem mee naar boven. Hij sliep op een kleedje naast mijn kussen. Als ik ‘s ochtends wakker werd lagen zijn voorpoten tegen mijn borst.
*
Nee, zo’n hond is niet meteen zindelijk. In mijn beleving waren mijn vorige honden in twee weken zindelijk, bij Sam duurde het twee maanden. Twee maanden ging ik er elke nacht twee keer uit om hem te laten plassen of poepen in de tuin. Het record was zes keer, toen het ventje diarree had. En dat drie nachten achter elkaar.
Overdag ging ik om de twee uur met hem lopen. En desondanks raapte ik veel dagen meer drollen binnen dan buiten. Want buiten was het spannend, en binnen had hij al snel zijn lievelingsplekken voor zijn drollen gevonden. Graag op de rand van het tapijt voor de open haard.
Hij kon het ook niet helpen dat een jonge hond zeker vijf tot zes keer moet poepen op een dag. Alweer dat poepen, maar vergeet niet dat uw kind bijna drie jaar luiers droeg.
In januari hadden we een vakantie in de Dolomieten gepland. We dachten dat dat wel kon. Maar Sam was nog lang niet zindelijk. We vroegen het hotel of we een half jaar later mochten komen. Dat vonden ze goed, de lieverds. Zelf boekten we een huis in Exloo. Met heel veel tegels en kunststof op de vloer.
Het werd het hoogtepunt van Sam’s onzindelijkheid. Het werd een Ode aan zijn stront. Overal lagen drollen, zeven dagen lang. Het dieptepunt diende zich aan toen ik in de douche een verse drol tussen mijn tenen kreeg. Dieper zouden we niet dalen.
Intussen liep ik uren met hem over het leegstaande huisjespark. Zonder succes. Pas als we weer thuis waren, legde hij heel tevreden zijn drol op zijn vaste plek in de kamer, in de hoek, achter de bank.
En toen gebeurde het onmogelijke, we hadden de hoop al bijna opgegeven. Bij thuiskomst besloot Sam dat hij voortaan zindelijk was! Op voorwaarde dat hij zeer regelmatig werd uitgelaten. Dat hadden we ervoor over.
Kinderen kunnen dat ook. Een sprongetje in de ontwikkeling maken na een vakantie in den vreemde. Dat leerde Loutje mij. Zoals zij van mij veel over honden kon leren, leerde ik van haar dat kinderen nogal vergelijkbaar zijn. Al weet ik niet of Loutje dat zelf ook zo ziet.
*
Voor die tijd had Sam nog een collega tot wanhoop gebracht. Het was de coronatijd. Mijn werkzame leven was gevuld met het geven van leergangen en masterclasses. Gewoon les geven, maar leergangen en vooral masterclasses betalen beter. De regering had ambtenaren verboden naar het werk te gaan en aangezien mijn collega en ik altijd les gaven aan ambtenaren, meenden zij dat de leergang niet kon doorgaan. Maar dat vonden ze ook wel erg jammer en wij ook. Dus of de leergang niet een keer digitaal kon.
Karen, mijn collega, had een mooie ruimte waar we vaak samen lesgaven, en waar we dus ook goed samen digitaal konden lesgeven. Het is wel zo handig als de andere docent naast je zit. Ik had geen oppas voor Sam, dus Sam moest mee. Ik nam wat speeltjes voor hem mee. Waarmee hij zich lange tijd vermaakte.
De les begon. Karen en ik waren allebei in gesprek met de groep, oortjes in om elkaar niet te storen. De groep had mooie vragen. We probeerden zo goed en zo kwaad als het ging om een bevredigend antwoord te geven.
Op dat moment zag ik in mijn linkerooghoek dat Sam een beschutte plek uitzocht. Hij kromde zijn rug en begon te draaien. Op mijn scherm (Webex) zag ik dat collega Karen onrustig werd. In haar andere ooghoek zag ze blijkbaar hetzelfde.
Sam ging rustig door, zonder zich van de wijs te laten brengen. Ik realiseerde me dat dat ene kluifje de vorige keer ook al snel zijn poeplust had opgewekt. Karen wierp me over haar scherm een woedende blik toe die ik niet snel zal vergeten. Intussen ging de les gewoon door, terwijl wij daar naast ons een dampende drol van een jonge hond hadden liggen.
Tot Karen het niet meer hield, ze onderbrak de groep, ‘omdat het goed zou zijn deze vraag even in kleine groepjes te bespreken’. ‘Ja, Karen, vond je dat echt?’ Ze drukte op een paar knoppen, de groep verdween uit beeld en wij verdwenen uit beeld. En toen kreeg ik er zo van langs, als me niet eerder in mijn leven was overkomen. Excuses hielpen niet, opruimen hielp niet, want het werd op dat pokken-kleed toch niet schoon. En die stank zou nooit meer weg gaan! Uiteindelijk werd ik gered door Webex. De tijd voor de subgroepjes was voorbij.
[Ik verleen op mijn website gastvrijheid aan de schrijver Just Ansen. Zijn boek 'Hond Sam' verschijnt hier als feuilleton. Wie de volgende afleveringen ook wil lezen, kan zich op mijn blogs abonneren (zie homepage). De vorige afleveringen zijn eenvoudig op de website terug te vinden.]