sluit
sluit
28 januari 2025

Hond Sam (3)

Sam kan veinzen. Normaal krijgt hij zijn eten van Baas. Maar in bijzondere gevallen, bijvoorbeeld als Baas ziek is en nog even in bed blijft liggen, krijgt Sam eten van Loutje. Voor Sam maakt het niet uit, hij eet het met even veel smaak op. 

Zo kan het dus gebeuren dat Baas beneden komt, Loutje het huis allang heeft verlaten en Baas niet weet of Sam al heeft gegeten. 

Er zit niks anders op dan om het Sam zelf te vragen. ‘Heb jij al eten gehad?’ Sam kijkt Baas niet begrijpend aan. ‘Wat bedoel je, Baas?’ ‘Of je al eten hebt gehad?’ Sam begrijpt werkelijk niet wat van hem wordt gevraagd. De hond die elk moment van de dag duidelijk kan maken wat hij wil (‘Waar blijft mijn eten, Goddomme!’), houdt zich geheel van de domme. 

Het vervolg laat zich raden. Baas is immers bang om Sam tekort te doen. Voor de zekerheid krijgt Sam daarom voor de tweede maal zijn ontbijt. Want natuurlijk blijkt later dat meneer zijn ontbijt allang heeft gehad. En dat toen ook met veel smaak heeft opgegeten. 

*

Voor de tuindeur ligt een matje. Naast dat matje liggen twee hondenbakken, de ene voor het eten van Sam, de andere voor zijn drinkwater. 

Baas moet goed opletten als Sam doodstil op het matje gaat zitten. Dan wil Sam iets. Afhankelijk van het tijdstip is duidelijk wat hij wil.

Als etenstijd nadert, wil hij eten. ‘Waarom ben je vandaag weer zo laat, Baas?’ Of projecteer ik mijn eigen schuldgevoelens nu weer op mijn hond? 

Als Sam het eten voor driekwart heeft opgegeten, en op zijn minst al het lekkers eruit heeft gevist, wil hij een tandenborstel. Dat je je tanden na het eten hoort te borstelen, is voor Sam niet relevant. Hij wil nu eerst die tandenborstel hebben en daarna eet hij heus zijn bak wel leeg. Baas moet maar leren dat Sam soms zelf kleine wijzigingen in zijn dagelijkse patronen doorvoert.

In alle andere gevallen wil Sam water in zijn bak. Beter gezegd: vers water in zijn bak, want oud water smaakt niet lekker. Heeft Baas inmiddels van Sam geleerd. 

Hoe vaak ik ook vers water klaar zet, het zal Sam er niet van weerhouden om op straat zo mogelijk regenwater uit de goot te drinken, heel veel regenwater. Dat gaat bij Sam met veel geslobber gepaard. Sam drinkt als een Boer. Baas krijgt schichtig om zich heen. Hij is bang dat de buren zullen denken dat Sam nooit vers water krijgt. Maar dat is dus niet zo. 

*

Maar er zijn veel meer signalen.

Als Sam met de neus naar de tuindeur op zijn matje gaat zitten wil hij naar buiten. Dan heeft hij hoge nood. Dat komt overigens niet vaak voor vanwege dat strakke dagschema. 

Als Sam voor de keukendeur naar de gang gaat zitten, wil hij of naar buiten (let op: in dit geval gaat hij meteen in de gang voor de klapdeur naar de hal zitten), of naar de studeerkamer (hij loopt zonder dralen door naar boven), waar hij voor het raam het fort ook kan bewaken. 

En als Sam bij de kraan gaat zitten, hebben we blijkbaar niet gezien dat hij al een hele tijd om water vraagt. 

In alle gevallen zit Sam doodstil. Hij zal nooit blaffend om je aandacht vragen. 

*

Al die signalen, die passen bij echt Sam. Hij heeft duidelijk een eigen mening, hij opereert vaak geheel autonoom en hij is weinig volgzaam. Dat hij zelf beslist wanneer hij eten wil hebben, komt bij veel honden voor. Hun lege maag doet zijn werk. 

Het is kenmerkender voor Sam dat hij zelf bedenkt dat hij boven op de studeerkamer nog iets te doen heeft. En dan naar boven gaat, terwijl Baas en Loutje gewoon beneden hun ding doen. Misschien zijn we wel alledrie even eigenzinnig en autonoom. 

Soms gaat Sam naar boven om van daaruit het fort te bewaken, nu de gordijnen in de woonkamer beneden al dicht zijn. Maar soms schiet hem plotseling te binnen dat hij niet nog klaar is met die kluif die op de studeerkamer ligt. Zoals hij beneden in de woonkamer ook regelmatig geheel kan opgaan in het ordenen en het verslepen van zijn spullen. 

Zo heeft hij er ook een hekel aan dat de meisjes van de schoonmaak op vrijdagmiddag zijn kleedje altijd weer netjes uitspreiden over zijn mand. ‘Ik wil niet op dat kleedje liggen, hoe vaak moet ik dat nu toch tegen die meisjes zeggen!’ Dus elke vrijdagavond frommelt Sam zijn kleedje weer in de hoek van zijn mand. Zodat hij er naast kan liggen. Hij wil er niet bovenop liggen! ‘Kan jij dat niet een keer tegen die meisjes zeggen? Misschien luisteren ze wel naar jou.’

 

 

[Ik verleen sinds kort op mijn website gastvrijheid aan de schrijver Just Ansen. Zijn boek 'Hond Sam' verschijnt als feuilleton op mijn website. Wie de volgende afleveringen ook wil lezen, kan zich op mijn blogs abonneren (zie homepage).De vorige afleveringen zijn eenvoudig op de website te vinden.]

Reageer

Uw reactie