Die vraag is ons vaak gesteld. ‘Hoe vind je nu een nieuwe hond?’ ‘Nou ja, gewoon via Marktplaats.’ Ga kijken op marktplaats.nl en tik In: ‘Appenzeller. Toen ik Sam zocht, vond ik drie nestjes.
En welke kies je dan? Geen idee. Volstrekt irrationeel. Zoals je ook een stofzuiger koopt. Dat ik Groningen kende, terwijl ik nog nooit in mijn leven in Grootegast was geweest. Natuurlijk we werden vriendelijk ontvangen. Karstiena en haar man wekten veel vertrouwen. Ze fokten ongetwijfeld voor het geld zo af en toe een nest, € 800 per stuk, inclusief inentingen, maar ze deden het ook uit oprechte liefde. Voor de hond. Van zulke mensen wil je wel een hond kopen.
‘Maar heb je dan een rashond?’ Nee, dan heb je geen rashond. Geen officiële Appenzeller. Je hebt geen papieren waaruit zijn echtheid blijkt. Alleen maar Sam. Maar wat is er niet echt aan Sam? Kom eens kijken, zou ik zeggen.
En waarom zou je een rashond willen hebben?
Rashonden zijn doorgefokt, en ondanks alle voorzorgen, minder gezond. En ik heb liever een sterke en gezonde bastaard of noem het om mijn part een vuilnisbak, dan een rashond die na acht jaar door zijn achterpoten gaat. En na tien jaar is verbrand.
‘Rashonden zijn toch altijd mooier?’ Nee, hoezo? Rashonden vertonen de kenmerken van het ras consistenter dan niet-rashonden. Dat is de enige juiste definitie. Maar als de moeder van Sam een bijna-Appenzeller was en zijn vader een bijna-Appenzeller was, dan is Sam ook een bijna-Appenzeller. Met dezelfde krul in zijn staart en de zelfde kleurschakering. Misschien is het stukje wit tussen zijn ogen iets minder breed of juist te breed, voor wat bij een rashond gebruikelijk is.
Bas, Sam’s voorganger, was ook een bijna-Appenzeller. Hij stond wat hoger op zijn poten en werd daardoor angstaanjagend vaak door mensen nagekeken. ‘Wat een mooie hond.’ Hoe vaak heb ik dat niet meegekregen? Geen rashond, maar gewoon mooier dan een rashond. Toch werd hij op de camping in Zwitserland, dus in zijn thuisland, door een dierenarts een beetje neerbuigend beschreven als een ‘Eine Mischung von einer Mischung von einer Mischung’. Terwijl hij mooier was dan welke echte Appenzeller ter wereld ook. En zeker in Zwitserland. En niet alleen in de ogen van zijn baas.
Waarom kopen mensen dan toch een rashond? Als ik zo rondkijk in Oegstgeest, waar veel rashonden rondlopen, het zal niemand verbazen, koop je vooral een rashond voor de buren. Een bastaard koop je voor je zelf.
*
Sam kochten we in het najaar van 2021. De roemruchte corona-tijd. Bas was net dood, dus wij konden er niet van worden verdacht dat Sam een ‘corona-hond’ was. Toch was dat in die tijd een bekend fenomeen, ook in onze straat. Mensen die het gezellig vonden om in deze zware tijden een hond te nemen. Ze hadden het er samen al vaak over gehad. ‘Zou een hond niet gezellig zijn?’ Maar ja, ze hadden nooit veel tijd. En daarom was het er nooit van gekomen.
Maar nu hadden ze alle tijd, ze werkten allebei vanaf huis. Dus waarom zouden geen hond nemen? En dus namen ze een hond. Daarbij vergaten ze pijnlijk dat corona tijdelijk was. Dat ze straks niet meer allebei elke dag vanaf huis zouden werken. Ook dan zou die hond viermaal per dag zou moeten worden uitgelaten.
Dus nu zit de hond vaak uren alleen thuis, om daarna te worden opgehaald door een hondenuitlaatservice. Een bizar symptoom van een haastige wereld. Rondom de Klinkenbergerplas kan je op een doordeweekse dag al bijna niet meer hardlopen, omdat die uitlaatservices daar al hun honden uitlaten. In rotten van tien rennen ze rond, allemaal opgewonden en zenuwachtig, omdat ze uit hun normale doen zijn.
Een hond moet veel worden uitgelaten, maar wel door zijn Baas. Ja, tijdens de avondklok werden ze nog wel drie keer op een avond uitgelaten, zodat het hele gezin nog even buiten kwam. Maar nu zitten ze ‘s ochtends allemaal treurig te wachten op die treurige hondenuitlaatservice. Mensen, alsjeblieft, neem alleen een hond als je er zelf voor kan zorgen.
*
Het mocht zo zijn dat we Sam hadden uitgezocht en hem zijn naam hadden gegeven, we kregen hem nog niet meteen mee. Hij was pas vijf weken oud, en moest nog zeker drie weken bij zijn moeder blijven. Hij dronk nog elke dag melk bij zijn moeder. Ik weet niet eens of hij toen ook al die kleine hondenbrokjes at. We gaven hem een knuffel en beloofden dat we hem snel zouden halen. Dat zou nog vijf weken duren.
In tussentijd hield Karstiena ons op de hoogte van de ontwikkeling van Sam. Met foto’s en verhalen. Hij groeide goed! Je kon Sam op de foto’s herkennen aan zijn zwarte bandje, elke hond uit het nest droeg zijn eigen kleur. En ja hoor, Sam stond op bijna elke foto vooraan. Niet groter dan een mol, toch al zo dominant. Zijn oogjes altijd recht in de camera. Nieuwsgierig, zonder enige vorm van ijdelheid.
Soms kwam er een filmpje. Het eerste filmpje gaf Loutje grote zorg. Sam groef enthousiast, met grote focus een diep gat in de tuin! En wie heeft hier in Oegstgeest een hele mooie tuin? Loutje. En wie is hier de enige die die hele mooie tuin onderhoudt? Loutje. Haar verlangen naar een jonge hond was even bekoeld.
Het is waar, het is nog steeds een hobby van Sam. Hij stort zich graag vol overgave op het graven van een gat. Regelmatig verschijnt er een nieuw zwart gat in het gras. Maar zo erg als Loutje het voor zich zag, is het gelukkig niet geworden. En komend jaar krijgen we een nieuwe grasmat. Zit je voor € 1400 weer voor jaren goed.
Op het laatste filmpje dat we van Karstiena van Sam kregen, loopt Sam met zijn moeder over een landweggetje. Samen en soms alleen. Hij kon het zelf ook wel. De andere pups zijn al opgehaald. De laatste nacht zou Sam alleen bij zijn moeder slapen. Hij denkt er nog vaak aan. En hij probeert het gevoel van die nacht steeds terug te halen. Bijvoorbeeld door tegen Baas aan te gaan kruipen.
[Ik verleen op mijn website gastvrijheid aan de schrijver Just Ansen. Zijn boek 'Hond Sam' verschijnt hier als feuilleton. Wie de volgende afleveringen ook wil lezen, kan zich op mijn blogs abonneren (zie homepage). De vorige afleveringen zijn eenvoudig op de website terug te vinden.]