Het wordt steeds drukker op de Nederlandse snelwegen. Althans dat denken veel mensen. Maar daarbij kijken we vooral naar de files. Als we over de hele dag kijken, is het beeld heel anders. Dat blijkt uit de meest recente cijfers van het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM). Het KiM vergelijkt het aantal reizigerskilometers over de jaren 2013-2023. Waar mogelijk neem ik de cijfers van 2005 er nog bij, omdat 2005 een opvallend jaar blijkt te zijn.
In 2023 legden alle Nederlanders tezamen 187 miljard kilometers af. We reden 129 miljard kilometers in de auto, we vlogen 71 miljard kilometers, we lieten ons 24 miljard kilometers rijden in het OV, we reden 18 miljard kilometers op de fiets en we liepen 7 miljard kilometers. Aantallen die zo inmens zijn dat ze ons bijna niks meer zeggen. Wel valt op dat het OV bijna in het niet valt bij de auto. Natuurlijk zijn er trajecten waar relatief veel gebruik wordt gemaakt het spoor (Amsterdam-Utrecht, Leiden-Den Haag), maar dat betekent dat elders nog minder gebruik wordt gemaakt van het OV.
Interessanter wordt het als we niet naar de onderlinge verhoudingen kijken, maar naar de ontwikkelingen. Ik begin met de auto. Drukker op de snelwegen? Terwijl we in 2023 129 miljard kilometer in onze auto reden, reden we in 2013 136 miljard kilometer en in 2005 139 miljard kilometer. De kenners weten dat in 2005 de omslag plaatsvond: van steeds meer in de auto rijden, maar minder in de auto rijden. Overigens ging de afname in autoreizigerskilometers tussen 2005 en 2019 nog wel gepaard met een groei van het aantal kilometers dat auto’s in Nederland aflegden. De reden is simpel: het aantal medepassagiers nam drastisch af. Maar na 2019 nam ook het aantal autokilometers in Nederland af.
Om deze cijfers in perspectief te plaatsen: Nederland telde in 2005 16,3 miljoen inwoners en in 2023 17,9 miljoen inwoners. Als Nederlanders in 2023 evenveel in een auto hadden gereden als ze gemiddeld deden in 2005, hadden ze 153 miljard kilometer afgelegd, in werkelijkheid was dat 129 miljard.
De conclusie mag duidelijk zijn: de groei van de automobiliteit is eruit. En dat geldt grosso modo al vanaf 2005. En dat geldt niet alleen voor Nederland, maar voor de hele Westerse wereld. Alleen is de stagnatie jarenlang verscholen gebleven achter de afname van het aantal reizigerskilometers van de medepassagiers in de auto. Daardoor reden er wel meer auto’s, maar werd er minder auto gereden. Maar sinds 2019 rijden er ook minder auto’s.
Ah 2019! Corona. Is het een tijdelijke dip? Ik kan dat niet uitsluiten, hoewel de automobiliteit in 2023 nog ver onder niveau van 2019 lag, terwijl corona al geheel was vergeten. Bovendien zie je geen duidelijke afname van het thuiswerken, zoals we ook allemaal om ons heen kunnen waarnemen. Daarnaast hebben mensen in de steden steeds minder vaak een auto.
In historisch verband zien we nog een ander patroon. Waar voor WOII de trein het belangrijkste vervoermiddel was, was de auto dat erna. En de laatste decennia neemt de populariteit van het vliegtuig enorm toe, vooral voor vakantievluchten. Daardoor zit alle toename van de mobiliteit in de luchtvaart.
Ik laat verder even onbesproken dat het KiM braaf een forse groei voorspelt van het aantal kilometers dat in 2029 zal worden afgelegd in de auto. Misschien is dat wensdenken van een departement dat van asfalt leeft. Zoals ook een forse groei van het OV wordt voorspeld. Ik weet niet waar die groei vandaan zal moeten komen. Misschien is dat wensdenken van een ander deel van het departement.
Als er een probleem op de Nederlandse snelwegen is, zijn het de files, niet de auto. De welvaart is verder toegenomen, het aantal mensen dat werkt neemt verder toe, ja dan krijg je meer files. Dat is een teveel aan auto’s op bepaalde tijden. Het verschil tussen files en auto’s is van groot belang. Als er steeds meer auto’s komen heb je behoefte aan meer snelwegen, aan meer asfalt. Als er steeds meer files komen heb je vooral behoefte aan een ander rijgedrag. Kilometerheffing in de spits bijvoorbeeld?
[Abonneer je via de homepage op mijn blogs, als je op de hoogte wilt worden gehouden.]