Ik word ouder. Ja, natuurlijk ben ik nog heel jong van geest, droom ik nog steeds over mijn vijftigste marathon, ben ik net een nieuwe opleiding gestart, en vat ik nog altijd mijn hele leven in schema’s. Maar toch, ik word ouder. Ik zal geen verdere bewijzen aandragen. Het is niet goed voor mijn geestesgesteldheid om al mijn kwalen en klachten hier breed uit te meten. Bovendien word je echt ouder als je kwalen en klachtenbreed begint uit te meten. En op die manier wil ik niet ouder worden.
Zo, dat is nu gezegd.
Veel interessanter is de vraag: hoe moet je reageren op het ouder worden? Ik heb inmiddels voor mezelf zes stelregels voor de ouder wordende mens geformuleerd. Dat betekent dat ik me inmiddels goed heb gewapend.
De eerste stelregel: accepteer het onvermijdelijke. Ik geef toe dat je al een eindje op weg bent, als je de onvermijdelijke teruggang accepteert. Maar doe het. Zo hebben ze een paar jaar geleden mijn teen eraf gezaagd en er volgens de laatste mode weer recht aangezet. Die operatie maakte een einde aan een permanente pijn, maar mijn hardloopsnelheid heeft erg onder die nieuwe teen geleden. Die afnemende hardloopsnelheid kan ook te maken hebben met een verkalkte hartklep. [Ach nee, nu begin ik toch mijn kwalen en klachten breed uit te meten.] In ieder geval moet ik accepteren dat ik de Swiss Alpine, die ik in 2013 nog liep, niet meer kan lopen. Dus niet meer op één dag 78 km hardlopen in de bergen, met 2650 hoogtemeters onderweg. Ook toen al vonden velen dat ik dat niet had moeten doen. En achteraf geef ik toe: tweemaal een Swiss Alpine lopen betekent tweemaal een aanslag op je lichaam, waarvan je nooit meer helemaal herstelt. Je kan daar ook een andere wijsheid uit putten: het is geen prestatie om langer heel te blijven als je niks hebt gepresteerd.
De tweede stelregel: accepteer alleen het onvermijdelijke! Kijk, ze hebben mij afgelopen jaar zes kiezen ontnomen, omdat een bacterie zich in de pockets had genesteld. Die verwoestende bacterie zouden we alleen de baas worden als we die zes kiezen lieten trekken. Nee, het deed geen pijn. Ook zonder die zes kiezen kan ik nog steeds eten, en wat belangrijker is: fagot spelen. Dus kwam al snel de gedachte op: waarom zou ik die zes gaten willen vullen met implantaten? Juist van het volgende eureka-moment heb ik erg veel geleerd. Zijn die gaten in mijn mond onvermijdelijk? Nee! Wat zou ik hebben gedaan als ik 40 was? Implantaten! Dus wat ga ik nu doen: implantaten. Het afzien van implantaten zou betekenen dat ik ook de vermijdbare achteruitgang, zou accepteren. En dat moet je dus niet doen.
De derde stelregel: ga gewoon door met wat je kan. Ik hou me elke morgen voor dat Beethoven bleef doorgaan met componeren, ook toen hij geen noot meer kon horen. Anders was die fantastische Grosze Fuge nooit ontstaan. Om die reden zal ik me altijd blijven voorbereiden op de volgende marathon. Ook als je hem niet loopt, is het inschrijven en het ontvangen van een startbewijs al een grote vreugde. Maar let op: ik zal hem de komende jaren nog wel een keer lopen. En als ik niet meer zo hard kan lopen, kan ik altijd nog langzamer lopen. Ik loop nog altijd mijn dierbare hond er elke dag uit. Nee, die hond is niet zielig met zo’n baasje. Sinds vorig jaar heb ik ook weer een nieuwe fagotleraar, Jos Lammerse van het Radio Phil. Ik leer veel van hem en ik sta ervoor open om weer andere dingen te leren. Nee, niet elke aanwijzing van hem kan ik opvolgen, maar wel veel. En ik geniet intens van eens in de drie weken les hebben en van elke dag studeren. En nog elke maand probeer ik acht boeken te lezen. Wat overigens meestal niet lukt.
De vierde stelregel: geef een nieuwe invulling aan je leven. Velen worden door een plotseling pensioen gedwongen om hun werk uit hun handen te laten vallen. Anderen gaan nog een tijd door. Maar als je dan voor de vijftiende keer de leergang Triomf van de stad hebt gegeven, zoals mij overkwam, kan toch het moment komen dat je wel eens iets anders wil. Doe dan ook iets anders! Ik startte afgelopen septembermaand met een studie aan de Schrijversvakschool. Het is even wennen om weer student te zijn en te moeten doen wat de meester of de juf zegt, maar wat brengt het me ontzettend veel! Wat is het bijzonder om voor het eerst in je leven een gedicht te schrijven. Althans dat te proberen. Wat is het bijzonder om dichtbundels aan te schaffen als je dat nog nooit hebt gedaan. Ander voorbeeld: wat is het bijzonder om met nieuwe en oude vrienden overdag kamermuziek te maken. Wat is het bijzonder om zo maar een paar dagen met vrienden naar je boot te gaan. Allemaal dingen die vroeger niet konden.
De vijfde stelregel: laat los. Als je last krijgt van oorsuizen is het spelen in een orkest minder aangenaam. Maar als je al vijftig jaar in een orkest hebt gezeten, is het misschien ook wel heerlijk om daar eens mee op te houden. Die Eerste Symfonie van Brahms heb je al drie keer gedaan, dat Celloconcert van Schumann al viermaal. En wees eerlijk: die amateur-dirigenten die ken je ook wel een keer, zeker als ze weer zenuwachtig worden voor het volgende concert. Natuurlijk is het een feest om met hele goede dirigenten te werken, maar amateurs werken meestal niet met hele goede dirigenten. Wij hebben meestal dirigenten die ook niet altijd weten of je te laag of te hoog bent en dirigenten die soms moeite hebben om de één van de volgende maat te vinden. Wees dan wijs: laat los, stop met dat gedoe in die orkesten en wees zo eerlijk om toe te geven dat je van veel orkestleden de naam nooit hebt geweten en dat je met maar weinig orkestleden ooit een zinnig gesprek hebt gevoerd.
De zesde stelregel: ga niet lang mee in het klagen. Wees geïnteresseerd in je vrienden en vraag hoe het met ze gaat. Maar doe dat niet te lang. En stel vooral geen vragen over de gezondheidstoestand van de ander, om de kans te krijgen om over het eigen lichaam en het eigen leven te klagen. Blijf praten over dingen waarover je altijd met elkaar hebt gesproken. Dingen die van waarde zijn. Net zoals je altijd dingen kan blijven doen die van waarde zijn. De herfstkleuren zijn op dit moment soms adembenemend. Ga naar buiten, geniet van de herfst, koop een mooie camera, en leg de schoonheid voor eeuwig vast. En beleef de ouderdom alsof hij eeuwig is. Dan geniet je er het langste van.
[Abonneer je via de homepage op mijn blogs, als je op de hoogte wilt worden gehouden.]
Deze column mag in een lijstje! Helemaal eens dat het bepaald niet de slechtste tijd van je leven is.
Mooi verwoord Wim!