sluit
sluit
7 september 2020

Ruud Lubbers controleert zelfs zijn eigen geschiedenis

Ruud Lubbers was vaak ongrijpbaar. En na zijn dood lijkt het niet anders. 

In 2018 was Ruud Lubbers nog maar net dood toen enkele maanden later onder eigen naam het boekje Persoonlijke herinneringen verscheen. Hij was ooit aan een boek begonnen, maar bij zijn dood lagen er slechts enkele korte schetsen en een aantal interviews. De interviewer had de ondankbare taak op zich genomen om van dit alles een geheel te maken. Maar een geheel werd het niet. Ik vond het vooral een pijnlijk boekje omdat Lubbers alle grootsheid die we van hem gewend waren leek te hebben verloren. Het meest bleven zijn verontschuldigen aan Elco Brinkman hangen, de man die hem in 1994 moest opvolgen als CDA-leider én al premier, maar daarvoor een paar maatjes te klein was. Lubbers had dat indertijd te laat door. Toen hij besefte dat Brinkman niet zijn gedroomde opvolger was, maakte hij hem het leven alsnog heel erg zuur. 

Onlangs verschenen de ‘politieke memoires’ van Ruud Lubbers, van de hand van Theo Brinkel. Brinkel spitte in de jaren 1993-1995 samen met Lubbers in 21 gesprekken diens politieke leven door. Memoires in de vorm van 21 interviews. Het zegt veel over Lubbers dat dit boek nu pas verschijnt. Tot zijn dood heeft hij nooit willen instemmen met een publicatie. Nu doet de familie dat gelukkig wel. 

En dat feit alleen al, dat Lubbers geen toestemming gaf, typeert de man ten voeten uit. Want bovenal was Lubbers een control freak. Er stonden een paar teksten in het boek, die wel eens tot problemen zouden kunnen leiden. Over Elco Brinkman geen goed woord, maar dat was tot daaraan toe. Brinkman was al lang gevallen. Maar zijn woede over Helmut Kohl die hem de pas afsneed naar het voorzitterschap van de Europese Commissie, kon maar beter niet naar buiten komen. Je wist maar nooit wanneer hij Kohl nog eens nodig zou hebben.

Overigens kom je buiten Kohl en Brinkman om in de memoires van Lubbers alleen maar aardige mensen tegen. Mensen die hij “mag”. Natuurlijk, er is wel eens een akkefietje, maar eigenlijk “mag” Lubbers iedereen. Dat is bijzonder, omdat de politiek geen wereld is om vrienden te maken. Als Lubbers hier over bijna iedereen zegt dat hij ze “mocht”, is dus iemand bezig zijn eigen geschiedenis te herschrijven. Hier controleert iemand zijn nagedachtenis. 

Juist daarom is het een echt Lubbers-boek. Ruud Lubbers was twaalf jaar minister-president. Omdat hij was wie hij was. Een uitermate intelligente politicus, die alles zag en daardoor de ander vaak een slag voor was. Die zich inhoudelijk in elk onderwerp verdiepte. Die meteen vier oplossingen in gedachten had. Die in de ministerraad kon verrassen omdat hij de dossiers soms beter had gelezen dan de verantwoordelijke minister. Natuurlijk, hij moet soms heel irritant zijn geweest. Het is voor veel mensen irritant om te moeten toegeven dat de ander veel beter is. Daarom was Lubbers bepaald niet geliefd bij iedereen. Maar hij stak er wel met kop en schouders bovenuit. En daarom had dat kleine boekje met Herinneringen twee jaar geleden niet mogen verschijnen. Daar sprak een oude man, en niet meer de man die vaak irritant goed was. 

Dat wil niet zeggen dat er op de loopbaan van Ruud Lubbers geen ander perspectief denkbaar is. Vooral die twee affaires met Brinkman en met Kohl laten zich ook anders beschrijven. Bijvoorbeeld als de affaires waarin Lubbers eigenlijk de controle langzaam kwijt raakte. En het mooie van zijn memoires is dat hij ons wil doen geloven dat hij die controle nog wel degelijk had. 

Lubbers was in 1989 al zeven jaar minister-president toen hij aan zijn derde kabinet begon. Hij meldde intern dat het zijn laatste kabinet zou worden. Heel wijs, na 12 jaar is je houdbaarheid wel verstreken. Al snel wees Lubbers Elco Brinkman aan als zijn opvolger. Brinkman was minister geweest in de eerste twee kabinetten-Lubbers. Vanaf 1989 was hij fractievoorzitter van het CDA in de Kamer. Een logische keuze. Maar ook een onmogelijke keuze. Want Brinkman kon zich alleen maar profileren door zich tegen de “Baas” af te zetten en dat was de “Baas” niet gewend. En daarvan ook niet gediend. Laat ik het anders formuleren: Lubbers begreep wel dat het zo werkte, maar hij zou het zelf inhoudelijk heel anders hebben gedaan. Hij legde de arme Brinkman langs zijn eigen meetlat. En die Brinkman was inderdaad een paar maatjes te klein. 

Lubbers probeert in zijn beschrijving van het conflict met Brinkman vooral zijn eigen grootheid te laten zien. Hij mist echter de grootheid om te zien dat grote leiders vaak hele kleine mensen worden als ze de macht en de aandacht weer moeten afstaan. 

Met Kohl gebeurde iets vergelijkbaars. Kohl en Lubbers waren al jaren zeer goede bekenden van elkaar. Onder andere via de Europese christen-democratie. Maar Lubbers begon in zijn derde kabinet een beetje het zicht op zijn eigen positie in Europa kwijt te raken. Hij begon randvoorwaarden te stellen aan de Duitse eenwording, hij meende dat de Europese Bank niet naar Frankfurt moest maar naar het provinciaalse Bonn. En daarvan was Helmut Kohl op zijn beurt niet gediend. Overigens was Kohl ook langzaam het zicht aan het kwijtraken op zijn eigen menselijkheid. Kohl en Lubbers waanden zich allebei te groot, maar Kohl was als vertegenwoordiger van Duitsland toch echt een kopje groter. Geïrriteerd door Lubbers gedrag, zette Kohl hem de voet dwars bij zijn poging om voorzitter van de Europese Commissie te worden. Lubbers boos en vol onbegrip. 

Dit soort episodes contrasteren met de dagelijkse politiek en zijn daarom zo boeiend. Politiek is meestal een doortimmerd spel van macht en inhoud. Waarin politici hun doelen weten te bereiken door op het juiste moment de juiste dosis macht in te zetten. Maar politici zijn ook mensen. Je kan zelfs zeggen dat ze alleen maar heel groot kunnen worden als ze het mengsel van macht en inhoud aanlengen met een goed gedoseerde hoeveelheid ‘mens’, ‘persoon’. En het boeiende is dat politici aan het einde van hun loopbaan vaak de mist ingaan omdat die ‘mens’ een te groot gewicht krijgt. Ze vinden het moeilijk om afscheid te nemen. Ze raken snel gekwetst, omdat ze niet zelden een meer dan normale hoeveelheid narcisme onder de leden hebben. Ze denken dat de buitenwereld het allemaal doet. Maar ze doen het zelf. 

Het gaat vaak heel subtiel. Want zonder de persoon die ze zijn, hadden de grote politici nooit tot die grote hoogte kunnen stijgen. Lubbers was niet alleen een Macher, maar was ook een gelovig mens, die juist daarom 12 jaar het CDA aan zijn voeten had. Dat was niet gespeeld, dat was de mens Ruud Lubbers. Joop den Uyl was jarenlang bij zijn achterban zo geliefd omdat hij naast een handig politicus ook ‘Ome Joop’ was. 

En dan gaat aan het einde toch het ego te veel opspelen. Dan kan Joop den Uyl geen afscheid nemen omdat hij denkt dat alleen hij het kan. Dan gaat Ruud Lubbers kinderachtig de strijd aan met Elco Brinkman, omdat hij zich niet kan voorstellen dat hij door zo’n man zal worden opgevolgd. 

Juist in dat licht zijn die memoires van Lubbers zo interessant. Want ook na zijn neergang probeert Lubbers controle te houden. En probeert hij zijn geschiedenis weer in zijn eigen voordeel te corrigeren. Het is juist die karaktertrek die hem zo groot heeft gemaakt.

Reageer

Uw reactie